Hendrina Scholten-Commelin |
1843-1917 |
Samen met Freule Jeltje de Bosch Kemper wilde zij een huishoudschool oprichten. Zij legden daarvoor bezoeken af bij reeds bestaande huishoudscholen in België en Engeland. In 1890 werd ‘De Vereeniging tot Instandhouding en Beheer van de Amsterdamsche Huishoudschool’ gesticht met als voorlopige locatie van de niet-gesubsidieerde school een pand aan de Prinsengracht. Dat onderkomen was al snel te klein en Freule Jeltje, die na het overlijden van haar stiefmoeder aan het zandpad bij het Vondelpark was gaan wonen, was nu de achterbuurvrouw van Hendrina Scholten geworden. Mijnheer Scholten kocht het lapje grond tussen de beide woningen op en schonk deze grond vervolgens aan het schoolbestuur van de huishoudschool. Daarop verrees in 1894 een kapitaal pand. De school floreerde enorm en trok ook de aandacht van koningin Wilhelmina die de school in 1900 met haar moeder, regentes Emma, bezocht. Daarnaast maakte Hendrina deel uit van het bestuur van de Vereeniging Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid. |
BRON |
Louise Hardenberg |
1844-1898 |
Zij nam in Leiden in 1867 het initiatief om een avondcursus op te zetten voor ‘bewaarschoolhouderessen’. Ze was hoofd geweest van een kleuterschool in Goes, waar ze voldoende ervaring had opgedaan om jeugdige leraressen het vak te bij te brengen. Bij de oprichting van de avondschool werd naast juffrouw Hardenberg een onderwijzer uit Haarlem, Wijbrandus Haanstra, verzocht een deel van de lessen op deze school voor zijn rekening te nemen. Aanvankelijk werd lesgegeven in de kleuterschool aan het Rapenburg, waar de bankjes omhoog werden gekrikt voor de studentes. De avondopleiding werd spoedig omgezet in een volwaardig dagprogramma. Dankzij particuliere giften konden extra lokalen worden gebouwd. Toen de school groeide, werd Haanstra tot directeur benoemd, met juffrouw Hardenberg als zijn medewerkster. Het principe van de Leidse school kwam er, kort gezegd, op neer dat kleuters vooral door spelen moesten leren. Het onderwijs moest aansluiten op de spontane ontwikkeling van het kind. Deze benadering had veel succes, ook in het buitenland, zodat Haanstra op een gegeven moment zelfs een verzoek vanuit Antwerpen kreeg om een aantal meisjes in Leiden de opleiding te laten volgen. Juffrouw Hardenberg kreeg de zorg voor deze meisjes, en op het Rapenburg, naast de kweekschool zelf, werd een huis ingericht om de studentes onder te brengen. Dit was het begin van het internaat van de Leidse opleiding, waar meisjes uit het hele land, en zelfs uit Nederlands-Indië, een plek vonden. Dit internaat heeft nog jarenlang bestaan, tot in 1963. In 1899 maakte juffrouw Hardenberg, die door de studentes dikwijls als een tweede moeder werd gezien, plaats voor haar zuster, mevrouw De Bock-Hardenberg, die tot 1914 naast Haanstra leiding zou geven aan de school en zich behalve om het onderwijs vooral ook om het welzijn van de meisjes bekommerde. Verder liet Haanstra zich assisteren door een team van leraressen, grotendeels door hemzelf opgeleide ex-studentes, doordrongen van de principes van de school. Andere oud-leerlingen zwermden uit over heel Nederland om de ideeën van de Leidse kweekschool te verbreiden en het kleuteronderwijs een nieuwe impuls te geven. |
Vader: Notaris. |
BRON |
Op de begraafplaats Westerveld bevindt zich het grafmonument van Louise Hardenberg. Het monument werd in opdracht van haar leerlingen en vrienden vervaardigd door Bart van Hove (1850-1914), beeldhouwer en vanaf 1902 professor aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam. Omschrijving: Circa 2,80 m hoog hardstenen grafmonument bestaande uit een vierkante vloerplaat (1,5 x 1,5 m) waarop een sokkel met obelisk. Vóór de obelisk zit op de sokkel een kleine treurende engel van wit marmer die een eveneens in wit marmer uitgevoerd ovaal reliëf naast zich vasthoudt voorstellend een door rozen omkranst portret van de overledene. Boven de engel is in de voorzijde van de obelisk de naam en de geboorte- en sterfdatum van de overledene gehouwen: ‘Louise/ HARDENBERG/ Geb 9 Maart 1844/ Overl 15 Juli 1898.’ De voorzijde van de sokkel draagt in aanvulling hierop de volgende tekst: ‘DIRECTRICE/ DER KWEEKSCHOOL/ VOOR/ BEWAARSCHOOLONDERWIJZERESSEN/ VAN HARE/ LEERLINGEN EN VRIENDEN’.
LINK