1868
Frederik Salomon Meijers |
1868–1953 |
Hij studeerde in Amsterdam en verwierf de doctorstitel in 1898 in Jena bij Straub. Vanaf 1897 was hij ambtenaar van de stad Amsterdam: eerst als plaatsvervangend stadsgeneesheer, daarna als assistent van Wertheim Salomoson, die toen chef was van de afdeling voor zenuwpatiënten in het nieuwe Wilhelmina-Gasthuis en later waarnemend directeur werd. In 1916, nadat K. H. Bouman hoogleraar in de psychiatrie was geworden en daarmee hoofd van de psychiatrische afdeling van het Wilhelmina-Gasthuis, kreeg Meijers een nieuwe functie, en wel die van psychiatrisch-neurologisch adviseur van de Gemeente, hetgeen hij tot zijn pensionering in 1933 bleef. Hij werd hierbij voor tal van maatschappelijke problemen geplaatst ten aanzien van geesteszieken en van de zogenaamd ‘maatschappelijk ongeschikten’, patiënten, veelal met psychiatrische afwijkingen, voor wie zeer langdurige verpleging nodig was. De grondige en uitgebreide klinische ervaring, die Meijers zich in de eerste helft van zijn loopbaan had eigen gemaakt, werd nu ingezet voor tal van sociale vraagstukken, en geleidelijk werd hieruit een nieuw vak geboren, de sociale psychiatrie, waarvan Meijers in Nederland de pionier genoemd wordt. Hij schreef Sociale Psychiatrie (1947); hij was oprichter, meer dan 25 jaar voorzitter en ten slotte ere-voorzitter van de ‘Centrale Vereniging ter behartiging van de maatschappelijke belangen van Zenuwen Zielszieken’, vervolgens de ‘dr. F. S. Meijers-Vereniging’ geheten. Deze vereniging heeft zeer veel gedaan ter bevordering van het sociaal-psychiatrisch werk voor geesteszieken; op tal van plaatsen heeft zij de oprichting van consultatiebureaus bevorderd, zij heeft veel materiële hulp verleend, en heeft tenslotte de psychopatenzorg over het gehele land georganiseerd. Meijers was de eerste voorzitter van het eerste, Amsterdamse, Medisch-Opvoedkundige Bureau in Nederland en is jarenlang de drijvende kracht geweest van de Amsterdamse Stichting voor Werkplaatsen voor geestelijk onvolwaardigen (de Stichting A.G.O.). De forensische psychiatrie, in welk vak hij van 191I tot 1916 privaatdocent was geweest, bleef hem boeien; hij was lang bestuurslid van het Psychiatrisch-juridisch Gezelschap, van de Criminalistenclub en was lid van de Psychopathenraad; sinds 1933 was hij regent van de gevangenissen te Amsterdam. Er is een collectie bewaard gebleven van bijna vijfhonderd foto’s die Meijers maakte in zijn tijd als chef de clinique van het Amsterdamse Wilhelmina Gasthuis. |
Vader: Arts van de Rijkswerkinrichting in Hoorn. |
BRON: NTVG, 31 oktober 1953. |
Uit de collectie van Meijers
A. Querido (1953), In memoriam dr. F.S. Meijers, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, zaterdag 31 october, 2879.
LINK
1869
Synco van Mesdag |
1869-1941 |
Huisarts in Groningen. Naast zijn reguliere huisartsenpraktijk werkt hij van 1900 tot 1903 als geneesheer bij de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen. Daarna is hij tot 1905 als tweede geneesheer in dienst bij het krankzinnigengesticht in Franeker. In 1905 wordt hij geneesheer bij de strafgevangenis in Groningen. Hier raakt hij geïnteresseerd in gedetineerden met psychiatrische stoornissen. Van Mesdag wordt zich er steeds meer van bewust dat de wijze waarop de gevangenisbewaarders met de gedetineerden omgaan, het welzijn van deze gedetineerden én het welzijn van de bewaarders kan vergroten. Om te bereiken dat de medewerkers de gedetineerden op een andere wijze benaderen, organiseert hij in zijn huis bijeenkomsten voor het personeel. Hij geeft de gevangenisbewaarders uitleg over de psychiatrische problematiek van de gedetineerden en hij onderwijst hen in de juiste manieren van omgang. Mogelijk is hij de eerste arts die de behandeling van de psychiatrisch gestoorde delinquent koppelt aan de ontwikkeling van deskundigheid en competenties van medewerkers. Naast zijn medische werk verrichte Synco veel wetenschappelijk onderzoek op het raakvlak van de psychiatrie en het strafrecht. In 1932 kreeg hij hiervoor een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam. Drie jaar later werd hij privaat-docent voor het onderwijs in de criminele biologie en de psychologie bij de Universiteit van Groningen. |
BRON |